Zeven grafische termen die je misschien nog niet kent
Als je al jaren in een bepaalde bedrijfstak werkt, raak je gewend aan het bijbehorende jargon. Daardoor vergeet je wel eens dat niet alle gebruikte benamingen voor iedereen helder zijn. Laatst werd me dat duidelijk doordat een klant op een bepaalde term reageerde met: ‘Weer wat geleerd.’ In deze blog lees je de uitleg voor mogelijk onbekende begrippen in het grafische vak. Je raakt tenslotte nooit uitgeleerd.
Moiré
Als een al gerasterde (kranten)foto nogmaals afgedrukt wordt en daarmee nogmaals gerasterd wordt, ontstaat een ongewenst optisch verschijnsel in de vorm van ‘ruis’ in het gerasterde drukbeeld. Dit verschijnsel heet moiré. In offsetdruk worden foto’s afgedrukt met een raster. De kleine en grotere puntjes die in vierkleurendruk over elkaar worden gedrukt, moeten minimaal 30 graden verschillen, om ook dat ongewenste moiré patroon te vermijden.
Oblong
Oblong is een term voor een formaat waarbij de breedte van een boek groter is dan de hoogte. Dit formaat wordt verkregen door de vellen bij het vouwen één- of tweemaal over de lange kant te vouwen in plaats van consequent over de korte kant, zoals gebruikelijk is. We noemen het ook wel een liggend of landscape formaat.
Plano
Een ongevouwen vel papier wordt plano genoemd. De vellen kunnen misschien wel zijn voorzien van een ril, maar worden ongevouwen geleverd, bijvoorbeeld een kaart of map. Plano drukvellen dienen nog verder afgewerkt te worden door de drukker. De term komt van het Latijnse ‘planus’, dat effen of vlak betekent.
Langlopend/breedlopend papier
Papier wordt gemaakt door pulp van cellulosevezels in water gelijkmatig op een zeef in de vorm van een lopende band te spuiten. De pulp dikt in, waarbij het water door de zeef wordt afgezogen. De cellulosevezels in de pulp komen door de beweging van de zeef grotendeels evenwijdig met de looprichting van de papierbaan te liggen. Als het papier gesneden wordt kan het resulterende vel uit de lengte van de rol komen. De looprichting is gelijk aan de lange kant van het vel, want de vezels liggen voornamelijk parallel aan de lange kant van het vel. Dit wordt langlopend (LL) genoemd.
Als het vel uit de breedte van de rol komt liggen de vezels voornamelijk parallel aan de korte zijde van het vel; de looprichting is breedlopend (BL).
Het is belangrijk om de looprichting van het papier te weten. Met de verkeerde looprichting loopt het papier minder goed door de drukpers. Ook zou het papier kunnen ‘breken’ op de rug als het wordt gevouwen of kan het papier gaan golven als het wordt gebonden als boek of magazine. De looprichting moet evenwijdig zijn aan de rug van het boek.
Couverteren
Het handmatig of machinaal vouwen en insteken van een brief en/of andere items in een envelop – voorzien van adressering – en daarna sluiten, waarna een mailing ter post bezorgd kan worden, wordt couverteren genoemd. Handmatig verwerken is waarschijnlijk wel duidelijk, maar er zijn ook speciale vul- en sluitmachines die de handelingen automatisch kunnen uitvoeren. Het woord couverteren komt van couverture, wat omslag of omhulsel betekent.
Duotone
Duotone is de naam voor afdrukken met twee, drie of vier kleuren. Deze zijn dan niet per se opgebouwd uit CMYK, maar kan bij offsetdruk iedere gewenste inktkleur hebben. Deze techniek wordt gebruikt om bijvoorbeeld een zwart-wit foto te versterken. Maar duotone wordt ook aangegrepen om een sepia effect te creëren zodat foto’s er antiek of nostalgisch uitzien.
Inslagschema
Een inslagschema geeft aan hoe de pagina’s op het drukvel moeten worden gedrukt, zodat ze na het vouwen en brocheren op de juiste volgorde staan. Dit levert een katern op dat samen met andere katernen een krant, boek of tijdschrift vormt. Bijvoorbeeld bij een katern van 8 pagina’s zitten pagina 8 en 1 naast elkaar. Inslagschema komt van inslaan, een term uit de boekdrukkunst. Inslaan of insluiten is het in een gietijzeren raam vastzetten van het zetsel met losse loden letters. Geroutineerde typografen weten de schema’s voor de verschillende formaten uit hun hoofd.